We maken allemaal kleine en grote trauma’s mee in het leven. Kleine trauma’s, zoals een opmerking die hard aankomt, waardoor je dicht slaat. Of je hebt grotere trauma’s meegemaakt, zoals pesten in je kindertijd of niet gezien of gehoord worden.
Trauma’s zijn onmachtsbelevingen
Trauma’s zijn in essentie volledige onmachtsbelevingen. Je voelt je op dat moment niet bij machte actie te ondernemen en in de situatie te handelen. Het overrompelt je, je blokkeert en kunt daardoor niet datgene doen wat goed voor je is.
Vaak slaat het gevoel van onmacht naar binnen. Dit machteloze gevoel kan gaan sluimeren en een eigen leven gaan leiden. Zo kan er een patroon ontstaan, bijvoorbeeld:
- je durft je niet meer echt durf te geven in een liefdesrelatie, omdat je niet wilt dat je nog een keer zo gekwetst wordt.
- ook kan het zijn dat je je gevoel niet echt meer durft te uiten of geen grenzen durft te stellen en nee te zeggen.
Het leven daagt ons steeds uit om verder te groeien, het geeft ons steeds opnieuw kansen om onze trauma’s te verwerken. Je zult dan ook regelmatig situaties tegenkomen waarin je blokkeert of stagneert. Dit zijn vaak situaties die lijken op de gebeurtenis waarin ooit het trauma ontstond, momenten waarop je een onmachtsbeleving ervaarde.
Maar die momenten waarbij je dichtklapt, gefrustreerd of gespannen raakt, zijn juist de momenten in je leven waardoor je je kunt ontwikkelen. Waardoor je vanuit de onmacht meer in je authenticiteit en in je kracht kunt komen.
Voorbeeld uit de praktijk: naar Marijn wordt niet geluisterd
Marijn ervaart in zijn werkrelatie dat er niet naar hem geluisterd wordt. Op zijn mails en apps wordt niet gereageerd en als hij tijdens een meeting wat zegt, wordt hij in de rede gevallen. Laten ze hem wel uitspreken, dan wordt er met zijn mening niets gedaan of niet op gereageerd. Hij heeft hier last van en wordt er gefrustreerd en boos over, maar klapt op het moment zelf dicht en is dan niet in staat om er iets over te zeggen.
Als coach onderzoek ik met hem, waar dit voor hem blokkerende patroon vandaan komt, wat de bron hiervan is. We komen uit op zijn jeugd. Hij is opgegroeid in een druk gezin met 3 kinderen waar zijn mening er niet toe deed. Als ze met het hele gezin aan tafel zaten, werd hij veelal, als hij zijn verhaal deed, onderbroken door zijn oudere broer of vader. Hij kreeg steeds meer het gevoel dat zijn mening er niet toe deed. Op een bepaald moment zei hij daarom maar bijna niets meer aan tafel.
In een aantal coachings gesprekken gaan we in op hoe dit voor hem geweest is en hoe hij zich hierbij voelde. Langzamerhand durft hij zijn woede en verdriet hierover toe te laten. Het weer voelen en uiten van die oude, diep weggeborgen emoties, geeft het startpunt om met hem te onderzoeken hoe hij in het vervolg met zulke situaties wil en kan omgaan.
Ook kijken we naar voorvallen in zijn dagelijkse leven waarin dit speelt of heeft gespeeld en wat er dan gebeurt in zijn lijf. Hij geeft aan dat hij het wel degelijk herkent wanneer dit gebeurt. De frustratie en spanning lopen dan intern enorm op, zowel in zijn denken als in zijn lichaam. Veelal blokkeert hij dan en zegt niets meer of gaat weg.
Marijn gaat experimenteren met ander gedrag
Marijn wil graag leren hier anders mee om te gaan. Hij weet nog niet hoe, maar in elk geval niet meer zoals hij het tot nu toe deed. Samen bespreken we scenario’s en oefenen we hoe hij anders zou kunnen reageren en meer voor zichzelf kan opkomen.
Ik bespreek met hem dat hij nu niet meer de kleine jongen is, die zich niet bij machte voelde hier mee om te gaan, maar dat hij nu een volwassen man is en in deze situaties kan handelen.
Bij een volgende meeting op zijn werk, waarin hij weer onderbroken wordt, voelt hij weer de frustratie in zijn lichaam op komen. Hij merkt op dat zijn eerste gedachte is: ‘laat maar, dit heeft toch geen zin’. Hij wordt zich gewaar van de spanning die verder oploopt, haalt dan diep adem en onderbreekt vervolgens zijn collega.
Waarbij hij als eerste zegt, dat hij het niet prettig vindt onderbroken te worden en dat hij nog niet klaar was met zijn verhaal. Zijn stem wordt nu stabieler en steviger en hij gaat door met zijn verhaal. Tot zijn verbazing luisteren zijn collega’s.
Deze ervaring geeft Marijn zelfvertrouwen en hij neemt zichzelf voor dat hij niet weer over zich heen laat lopen. Elke keer als hij in een dergelijke situatie komt, vindt hij het spannend, maar hij zegt er nu steeds wat van. En als hij het een keertje wel laat liggen, komt hij hier de volgende meeting op terug.
Dit steeds zo voor zichzelf opkomen, geeft hem een goed gevoel. Hij is uit de onmacht gestapt en zijn kracht en zelfvertrouwen groeien.
Hoe zet je onmacht om in macht en uiteindelijk in kracht?
Het leven deelt klappen uit en je blijft getest en uitgedaagd worden. Je trekt vaak die situaties aan, waarin je nog wat te leren hebt of waar je mogelijk iets hebt laten liggen.
Door vervolgens anders met deze situatie om te gaan en te experimenteren met ander gedrag dan je voorheen deed, kunnen patronen veranderen. Én kun je je macht en daardoor langzamerhand ook je kracht terugpakken. Door goede ervaringen kun je vertrouwen én kracht opbouwen.
Daarbij zijn een aantal dingen essentieel:
- Ten eerste, dat je je realiseert dat je nu een volwassene bent en geen kind meer. Nu, als volwassene, kun je wél handelen, waar je dat vroeger niet kon. En ook als je in het moment nog niet weet hoe je moet handelen, dan kun je nu altijd op dingen terugkomen. Zo kun je steeds meer doorgroeien naar het samenvallen van het stressmoment en het direct uiten en handelen.
- Realiseer je ook, dat je (onbewust) juist die situaties en mensen aantrekt, die je triggeren, waar je nog wat te leren hebt, of wat nog verwerkt wil worden. Deze situaties zijn juist een kans om oude patronen of pijn op te ruimen en te schonen. Zoals in het voorbeeld hierboven is beschreven, kan Marijn juist in de situatie die hem nu zo frustreert, gaan groeien in zijn volwassenheid en in zijn kracht.
- Ten slotte is het van belang dat je, eventueel met (professionele) hulp, onderzoekt wat de bron is van dit gedrag wat je zo frustreert en hierover de pijn toelaat. Je zult deze, vaak dieperliggende pijn echt moeten gaan voelen en toelaten, want als je er overheen stapt, blijft het (blokkerende) gedrag je saboteren en wordt het nieuwe gedrag slechts een trucje.